vrijdag 17 februari 2012

Afscheidsbrief

Lieve Rietje,

Vorige week vertelde je nog van je wandelingetjes door de wijk; via de tuin naar rechts de Soendastrat in en bij de Albert Heijn weer rechtsaf om via de Laan Copes de voordeur weer in te wandelen. Met je inmiddels onafscheidelijke turbo-rollator. “Ik moet wel blijven oefenen”, zei  je nog “om weer een beetje op krachten te komen”.  Na een korte periode flink ziek te zijn geweest in het begin van het jaar was je weer aan het opkrabbelen en ging het weer een flink stuk beter.  Je vertelde van de nieuwe lepel-plantjes en de nieuwe matras die jullie hadden gekocht. Ook was je met Hans naar je favoriete Hoek van Holland geweest. Het was koud maar lekker zonnig en helder weer en de Stena Line vertrok op tijd zoals altijd. Jullie hadden kibbeling gekocht bij Simonis aan de haven.

En nu staan we hier en ben je er niet meer. Het zat eraan te komen, maar kwam zoals altijd toch nog plotseling. Uitendelijk heeft toch de kanker van je gewonnen.

Met je verjaardag was ik nog in Nederland en hebben we een paar fijne dagen doorgebracht. Je werd zesenzeventig jaar. Dat hadden we vorig jaar niet gedacht, dat je nog je zesenzeventigste verjaardag zou vieren. Het was een roerige zomer in 2011 met veel onzekerheid en zorgen, maar na een ingrijpende hersenoperatie kwam je langzaamaan weer op de been. Je was erg gemotiveerd om weer op te krabbelen en vooral om weer op eigen benen te staan. Als er een devies is dat geldt voor onze rare familie dan is het wel “zelf doen”. We willen niemand nodig hebben of om hulp vragen. En daar is in principe niks mis mee, maar dat is misschien niet altijd door iedereen begrepen. Wat je in je kop had, had je niet in je je-weet-wel, zei je zelf ook altijd.

Als ik terugkijk op je leven dan is er toch veel om tevreden over te zijn. Je zei ook altijd; “Alles waar te voor staat is niet goed, behalve tevreden.” Je had een lieve echtgenoot die dol was op zijn gezin, twee zoons die ieder op hun eigen manier min of meer goed bezig zijn, en drie kleinkinderen. We hebben als familie leuke vakanties meegemaakt; eerst naar de camping in Wolphaartsdijk in Zeeland en later grotere reizen naar het buitenland, naar onder andere Frankrijk en Engeland. Uiteindelijk ging je zelfs naar Canada om daar met een camper rond te reizen.

Toen ik de egoistische beslissing nam om met mijn gezin naar het buitenland te verhuizen vond je dat in eerste instantie niet leuk. Maar uitendelijk wist je dat toch weer om te zetten in iets positiefs en verdiepte je je in dat gekke emiraatje met de hoogste toren ter wereld en een heel andergeloof en een totaal andere cultuur. Je keek naar documentaries op Discovery Channel en vertelde enthousiast over wat je had gezien. Je hoefde er niet zelf naar toe, het reizen deed je voortaan vanuit je luie stoel. En je wilde vooral altijd alles weten over de kinderen, hoe het met hen op school ging en wat ze buiten school deden met vriendjes en vriendinnetjes. Ook was je geinteresseerd hoe het met alle hondjes in en rond het huis was gesteld. Alle opgestuurde foto’s werden steevast uitgeprint en stonden in wisselende samenstelling op het dressoir tentoongesteld. Je las de weblog eerst zelf nog op de computer, maar later werden de nieuwe schrijfsels door Hans uitgeprint en op papier overhandigd. Dat internet was niet je ding, je was meer te porren voor de puzzle in de Haagsche Courant of welk ander krantje dan ook.

Al met al leidde je een tevreden leven. Zonder op zoek te zijn naar grote meeslepende gebeurtenissen, behoorde je tot die naoorlogse generatie die hard heeft meegewerkt om het pad te effenen voor de volgende en hen een beter leven te bieden. Dat was wel zo’n terugkerend element in de gespreksonderwerpen; de oorlog die jullie hadden meegemaakt. Zelfs anno 2012 was die niet vergeten.  Door die oorlog, waarin jullie bloembollen of niks hadden gegeten, moesten wij altijd ons bord leeg-eten en mocht er niks worden weggegooid. Want in de oorlog hadden jullie niks en weggooien was zonde. We maakten er wel eens grapjes over, maar het heeft ook uiteindelijk ons gevormd en het zijn de normen en waarden die wij weer aan onze kinderen doorgeven. Of althans proberen…

 Geluk zit uiteindelijk in de kleine dingen in het leven; een goed boek, een onverwacht kaartje of een kopje cappuccino op een terrasje in de zon. En als je terugkijkt waren er veel van die kleine momenten van geluk. Tot op het laatst aan toe.

Als er iets is dat anders had mogen lopen, dan is het wel dat je samen met pa nog wat meer tijd had willen hebben om van zijn VUT te genieten. Maar ja, “liever koekjes worden niet gebakken”. Het leven gaat zijn gang en je hebt maar de controle over een beperkt aantal dingen. Na het overlijden van pa moest je weer een beetje opnieuw beginnen. Je was alleen een alleenstaande geworden in een wereld van echtparen. Gelukkig waren er familie en nieuwe en oude vrienden en vooral Hans die je hebben gesteund. En zo heb je  beetje bij beetje het gewone leven weer omarmd en stukjes tevredenhied gevonden.

Als familie waren we nooit erg fysiek ingesteld; elkaar omhelzen of zoenen, ook dat zit niet zo in de genen. Hoewel we wel heel erg met elkaar begaan en close zijn, maar dat werd nooit zo duidelijk uitgesproken. We hielden van elkaar en dat wisten we. Het zal misschien voortkomen uit onze gereformeerde roots? Al met al kijk ik terug op een gelukkige jeugd in een warm nest waar ik ben vrijgelaten en gestimuleerd om te doen wat ik wilde. Iets wat voor jouw generatie niet was weggelegd, maar wat jullie ons hebben gegeven en gegund. En ik kijk daar met veel dankbaarheid op terug.

‘s Avonds als ik voor het slapengaan aan Eva een boekje heb voorgelezen en als dan het licht uit gaat, zeg ik altijd: “good night sweety-pie”. En vervolgens: “I love you”. Eva zegt dan altijd: “I love you too”. Ik weet zeker dat jij, Rietje, als ik net als tegen Eva, nu aan jou zou zeggen: “I love you”, dat jij terug zou zeggen “I love you too”. Rust zacht Rietje en doe de groeten aan pa daarboven.

1 opmerking:

  1. Het blijft schitterend beschreven en omschreven Peter; nogmaals heel veel sterkte de komende periode en ik hoop dat we elkaar nog eens zien op niet al te lange termijn.
    Hartelijke groet, en een hele warme knuffel voor allemaal uit ons koude kikkerlandje... Jeroen V.

    BeantwoordenVerwijderen