Even voor Bab el Shams verlaten we
bij een rotonde de hoofdweg en vervolgen onze koers over een sort
grindpad. Het pad meandert over een terrein met bomen en struiken; er
wordt hier duidelijk iets aangelegd, al is niet meteen duidelijk wat.
Bomen en struiken worden uiteraard kunstmatig geirrigeerd. Links
ligt een meertje waar wat watervogels vertier vinden. Na nog een paar bochten
en een kilometer of twee wordt het pad wat zachter en waait er flink wat stof
op, waardoor het vervolg van de weg lastig te zien is. En dan besef ik dat ik
over een zachte zandweg rijd, waar ik eigenlijk helemaal niet hoor te zijn met
mijn tweewiel aangedreven personenauto. En voor ik 'shazbat' kan zeggen mindert
de auto vanzelf vaart en sta ik vervolgens stil. Oh nee, ik zit vast! Achteruit
dan...maar nee, dat lukt dertig centimeter en dan draaien de banden door en
stuift er alleen maar meer zand op en graaft de auto zich verder vast. En
dat terwijl de eindbestemming maar een paar honderd meter verderop is. De
bestuurder van de auto achter mij is bijzonder opmerkzaam, draait haar raampje
open en roept van een afstand; 'zit je vast?' 'Nee, ik neem even pauze om de
vogels te bestuderen' wil ik eigenlijk zeggen, maar besluit toch maar voor de
waarheid te kiezen.
|
Enfin, ik besluit de honden uit de
auto te laten en lopend verder te gaan. We zien wel hoe het verder
afloopt; eerst maar even lekker wandelen. Ogenschijnlijk midden in
de woestijn ligt hier een meer met een aantal eilanden waarop palmen
en andere bomen staan. Het water is ongeveer kniediep en lekker koel en er wordt
vers water aangevoerd door een buis die in het midden van het meertje
bubbelt. De honden weten niet wat ze zien en buitelen over elkaar in en
door het water. Zelfs Jino, ook wel 'dobbelsteentje' genoemd vanwege z'n
vierkante voorkomen, gaat te water en waagt de oversteek naar een eiland. Het
is heerlijk om hier te zijn en honden, kinderen en volwassenen genieten van het
weer, het water en de zon. Vrijdagochtend acht uur; het is vijfentwintig graden
of zo, en je waant je hier in het paradijs.
Na een uur of twee moeten we toch
weer aan de terugkeer denken en oh ja, mijn auto die nog steeds vaststaat.
Gelukkig heeft een iemand een auto met een lier voorop en
uiteindelijk blijkt het een eitje om weer vlot te komen en kunnen de we terugweg
aanvangen. Wij houden niet zo van verassingen en gaan graag goed
voorbereid van huis, maar helaas was echtgenote J. vergeten te tanken en
rijdt inmiddels sinds de heenweg op reserve. En we zitten toch echt een
eindje buiten de bewoonde wereld. Dus gaat het, met de airco maar een klein
beetje aan en niet harder dan tachtig kilometer per uur, op zoek naar de
dichtstbijzijnde benzinepomp. Met de wijzer op dieprood halen we nog
net de pomp en vervolgens thuis. Het is elf uur in de ochtend op vrijdag en voor
mijn gevoel hebben we al een dag vol belevenissen achter de rug. De
honden denken er ook zo over en liggen allemaal voor pampus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten